Vaak krijg ik de vraag op welk niveau ik rij. Mijn antwoord is heel simpel: "ik rij geen wedstrijden."
Ik heb wel wedstrijden gereden en wellicht ga ik dat ook nog weer doen. Maar voorlopig zijn er te veel dingen die niet stroken met mijn opvatting van het samenzijn met paarden.
Ik noem het bewust "samenzijn met paarden" en niet "trainen", want dat is hoe ik ernaar kijk: ik ben samen met mijn paarden en ik wil samen met hen een fijn leven leiden. Simpel gezegd heb ik ervoor gekozen om op hun rug te gaan zitten, omdat ik daar zelf gelukkig van word. In ruil daarvoor hebben ze bij mij een super huisje met veel ruimte, voer en een stabiele kudde. Bij het idee van een super huisje past ook een fijne, ontspannen, rustige training waarbij het voor mij belangrijk is dat mijn paarden te allen tijde lekker in hun vel zitten.
Om een mooie proef neer te zetten tijdens een wedstrijd, moet je consequent zijn in je training en trainen naar het plaatje dat de jury wil zien. Er worden voor meerdere onderdelen punten gegeven, maar het belangrijkste is dat er een constante verbinding te zien is tussen ruiter en paard, oftewel een nageeflijk paard. Het idee hierachter is natuurlijk goed: wanneer het paard nageeft, ontspant de kaak en de rug, treedt de achterhand meer onder en kantelt het bekken. Daarmee gebruikt hij zijn rug beter wat ervoor zorgt dat het dier lichamelijk de arbeid langer zal volhouden. En we willen natuurlijk allemaal dat ons paard gezond oud wordt.
Zelf train ik hier ook regelmatig op. Het is een ontzettend fijn gevoel om een paard onder je te hebben dat haar lichaam goed gebruikt.
Echter, ik vind het belangrijker dat mijn paarden en ik ook samen genieten van een buitenrit met lange teugel en dat mijn paarden de vrijheid hebben om zich heen te kunnen kijken wanneer ze iets zien of horen. Dus ben ik niet consequent genoeg hierin.
Daarnaast merk ik dat ik tijdens de voorbereiding voor een wedstrijd, of tijdens de wedstrijd zelf, anders ga rijden om die nageeflijkheid te krijgen. Ik weet zeker dat ik hierin niet de enige ben, want vaak wordt er (bewust of onbewust) een valse nageeflijkheid getoond die in mijn ogen nog schadelijker is dan wanneer het paard niet nageeflijk zou lopen. Dit doen we puur en alleen om hogere punten te krijgen (wat vaak ook nog lukt). Dit strookt niet met mijn visie van het samenzijn met mijn paarden.
Naast het nageeflijk rijden zijn er andere onderdelen die meetellen voor de punten zoals de beweging van het paard, een constant tempo, ritme en impuls. Ook dit zijn dingen die voor mij minder relevant zijn om op te trainen, omdat ik tot nu toe niet heb gemerkt dat mijn paarden daar beter van worden.
Begrijp me niet verkeerd, ik ben absoluut niet tegen wedstrijden en ik kan enorm genieten van het kijken ernaar. Ik kan me ook voorstellen dat het heel interessant en verslavend kan zijn om je volledig te focussen op het rijden van een goede proef en die verbinding met je paard te krijgen.
Deze blog is dan ook bedoeld om uit te leggen waarom het wedstrijd rijden niet voor mij weggelegd is. Mijn eigen kracht ligt ergens anders: het inrijden van (jonge) paarden, het trainen van angstigere paarden, het aanleren van nieuwe dingen en het lesgeven. Voorlopig blijf ik me met heel veel plezier daarop focussen.